1 vorming
1.1 vorming
anorthosite een faneritisch, opdringerige stollingsgesteente die wordt gekenmerkt door een overwegend plagioclase veldspaat die bijna 90-100% en een minimale mafische component.
nefeliniet is een fijnkorrelig, hardrock dat is een soort van metasomatite wezen veranderd basalt. vormt met of zonder kristallisatie, ofwel onder het oppervlak opdringerige rotsen of op het oppervlak extrusieve rotsen.
1.2 samenstelling
1.2.1 gehalte aan mineralen
amfibool, clinopyroxeen, ilmeniet, magnetiet, olivijn, orthopyroxeen
clinopyroxeen, Nepheline, plagioclase
1.2.2 samengestelde inhoud
Ca, CaO, Chroom (III) oxide, MgO, zwaveltrioxide
Ca, CaO, Koolstof, cl, MgO
1.3 transformatie
1.3.1 metamorfose
1.3.2 soorten metamorfose
Cataclastic Metamorfose, Contact Metamorfose
Contact Metamorfose
1.3.3 verwering
1.3.4 soorten verwering
biologische Weathering
biologische Weathering, chemische Weathering, mechanische Weathering
1.3.5 erosie
1.3.6 soorten erosie
chemische Erosie, winderosie
chemische Erosie, water Erosie, winderosie